Slag om Antietam

De Slag om Antietam, ook wel bekend als de Slag om Sharpsburg, was een belangrijke veldslag tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog die werd gevochten op 17 september 1862 in het westen van Maryland. Het was de bloedigste slag van de oorlog, met meer dan 23.000 doden, gewonden en vermisten.

De slag brak uit toen de Confederatie, onder leiding van generaal Robert E. Lee, de Unie aanviel. Lee had zijn leger naar het noorden gebracht om Maryland te veroveren en had de Unie-hoofdstad Washington D.C. bedreigd. De Unie, onder leiding van generaal George B. McClellan, was vastbesloten om Lee te stoppen en de Confederatie te verslaan.

De Slag om Antietam werd gezien als een belangrijk moment in de oorlog, omdat het de eerste keer was dat de Confederatie werd gestopt in hun opmars naar het noorden. Hoewel de slag werd gezien als een onbesliste uitslag, had de Unie de upper hand en dwong ze Lee om terug te trekken naar Virginia.

De Slag om Antietam had ook belangrijke gevolgen voor de toekomst van de oorlog. Nadat hij de slag had overleefd, tekende president Abraham Lincoln de Emancipatieproclamatie, waarmee hij de slavernij in de zuidelijke staten afschafte. De Emancipatieproclamatie was een belangrijke stap in de richting van de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten en markeerde een belangrijk moment in de geschiedenis van het land.

De Slag om Antietam was een bloedig en belangrijk moment in de geschiedenis van de Amerikaanse Burgeroorlog en zal altijd worden herinnerd als een keerpunt in de oorlog. Het was de bloedigste slag van de oorlog