In Pennsylvania vond één van de grootste veldslagen van het westelijk halfrond plaats en werd een keerpunt van de Amerikaanse burgeroorlog.

Gettysburg was een klein stad met ongeveer 2400 inwoners. Maar de geografische omstandigheden en wat kruisende wegen zorgde ervoor dat beide legers elkaar op dit punt troffen. Het leger van de Potomac onder leiding van George G. Meade beschikte over iets meer dan 100.000 troepen, terwijl leger van Noord-Virginia onder leiding van Robert E. Lee er ongeveer 70.000 manschappen tegenover stelde. Hoewel de overweldigende meerderheid aan manschappen, werd het niet een gemakkelijke overwinning. Integendeel. De slag zou drie dagen duren en eigenlijk onbeslist blijven.

Op de eerste dag viel Lee aan vanuit het noorden, terwijl de Unie in het hoger gelegen stadje stelling nam. Al snel kwam Lee erachter dat het hoge gedeelte van het kerkhof (Cemetery Ridge). Maar ondanks het inzicht, lukte het niet om het kerkhof in te nemen. Wel boekte de geconfedereerde terreinwinst.

De tweede dag wilde Lee de linkerflank aanvallen van de Unie. Hij schatte de tegenstand niet goed in en ondervond teveel tegenstand. Ondertussen onderscheidde bij Little Round Top kolonel Joshua L. Chamberlain zich door opmerkelijke onverzettelijkheid. De heuvel werd niet ingenomen en bleef in handen van de Unie. Het zuiden was genoodzaakt zich tijdelijk terug te trekken.

Op 3 juli 1863 -op de laatste dag van de slag- bleek dat het Zuiden er niet goed voor stond. Ondanks dat een deel van zijn staf het liefst terug zou trekken, besloot Lee tot een frontale aanval op Cemetery Ridge. Een totaal onverstandige en onverantwoorde actie omdat zonder dekking van het landschap ongeveer 1,5 kilometer overgestoken moest worden. In de vroege middag gaf generaal-majoor Pickett het sein tot de aanval. Op het moment dat ze 3/4 van het terrein overgestoken waren zonder actie van de tegenstander, opende de Unie het vuur met haar kanonnen. De mannen in de verdedigingslinie, verscholen achter een muur, deden de rest. De divisie van Pickett werd vrijwel in zijn geheel weggevaagd.

Het betekende het einde van de veldslag. Een chronisch gebrek aan munitie bij de geconfedereerden zorgden ervoor dat het Zuiden zich terugtrok. Lee voelde zich vernederd en bood zijn ontslag aan bij de president van het Zuiden; Jefferson Davis. Deze weigerde het ontslag van Lee. De veldslag bleek wel de laatste mogelijkheid dat het Zuiden een invasie van het Noorden kon opzetten, en daarmee was de oorlog onbewust beslist.